Steeds meer reizigers bannen de Verenigde Staten van hun vakantieradar. Begrijpelijk. Van eindeloze wachtrijen op luchthavens tot een politiek klimaat dat de sfeer van een roadtrip met een bak koffie en Bruce Springsteen op de achtergrond net iets minder zorgeloos maakt. Het beeld van de ‘American Dream’ begint barsten te vertonen, en dat heeft gevolgen voor hoe we onze zomeravonturen plannen.
Maar voordat je met hangende schouders je outdoorplannen begraaft onder een berg teleurstelling: Europa heeft minstens zoveel, zo niet méér, te bieden. Van fjorden tot woestijnvlaktes, van bergpassen tot turquoise baaien – ons continent is een speeltuin voor iedereen die zijn wandelschoenen of mountainbike wil laten spreken. Wij geven je tien landen die bewijzen dat je geen intercontinentale vlucht nodig hebt voor avontuur.
1. Schotland – Rauw, wild en heerlijk eigenwijs
Schotland is geen vakantieland. Het is een test. Van je regenkleding, je oriëntatievermogen en je vermogen tot verwondering. De Highlands voelen aan als een filmset waar de wind de regie voert, en jij slechts figurant bent in een landschap dat zich niets aantrekt van jouw planning. En dat is precies wat je nodig hebt.
Zet koers naar het eiland Skye, waar mistflarden rond zwarte bergtoppen dansen alsof ze het weerbericht uitlachen. Of kies de stilte van de Cairngorms: ruig, leeg en zelden druk. Vergeet Route 66 – de North Coast 500 is minstens zo legendarisch, maar dan zonder de fastfood langs de kant.
2. Noorwegen – Waar de natuur de lakens uitdeelt
In Noorwegen bepaalt de natuur de agenda. Je kunt proberen om ’s ochtends een boot te huren, maar als de fjorden besluiten dat het tijd is voor windkracht zeven, dan heb je gewoon pech. En dat voelt bevrijdend.
De Lofoten zijn een grillige verzameling pieken die uit de zee rijzen alsof ze zich van de aardkorst los willen rukken. Ga wildkamperen aan een verlaten baai, laat je wekken door zeearenden, en vraag jezelf af waarom je ooit dacht dat je Amerika nodig had voor het echte buitengevoel.
3. Slovenië – Klein land, groots avontuur
Slovenië is de stille kracht van Europa. Compact, maar met meer contrast dan een gemiddelde Netflix-serie. Van de smaragdgroene Soča-rivier, waar je kunt raften alsof je leven ervan afhangt, tot de pieken van de Julische Alpen – alles voelt hier net even scherper, puurder.
Triglav National Park is het kloppend hart van deze avonturenrepubliek. Je kunt er hiken, klimmen, fietsen en verdwalen op een manier die je smartphone onbruikbaar maakt. En geloof me: dat is winst.
4. Kroatië – Rots, zee en avontuur op het ritme van de Balkan
Vergeet Dubrovnik. Echt. Laat de cruiseboten daar maar aanmeren. Jij rijdt naar het binnenland, waar karstlandschappen en rotskloven wachten op mensen die hun vakantie liever verdienen dan consumeren.
In Nationaal Park Paklenica klim je tussen steile kalksteenwanden terwijl de Adriatische Zee ergens ver beneden lonkt. Of pak de kajak en doorkruis de watervallen van Krka alsof je door een schilderij van Caspar David Friedrich peddelt.
5. IJsland – Alsof de aarde net is afgekoeld
Er zijn plekken in Europa waar je je afvraagt of de aarde nog bezig is met zichzelf uitvinden. IJsland is zo’n plek. Vulkanen, gletsjers, lavavelden en heetwaterbronnen vechten om je aandacht.
Rijd de ringweg af, zet je tent neer waar het uitzicht je stil maakt, en luister naar het gesis van stoom die uit de grond komt. Je hebt geen Grand Canyon nodig. Je hebt Landmannalaugar, en dat is genoeg.
6. Portugal – Zuidwest-Europa op standje wild
Portugal is meer dan surf en sardientjes. Rijd de kust af van Lissabon naar de Algarve en ontdek dat er tussen de kliffen en het zand een rauwe, bijna woestijnachtige schoonheid zit.
In het binnenland liggen de bergen van Serra da Estrela te wachten met een mengeling van ruigheid en stilte. Geen selfies, geen wachtrijen. Gewoon jij, de wind, en een trail die je benen uitdaagt.
7. Spanje – Niet de costa, wel de klettersteig
Spanje lijdt onder zijn eigen clichés. Terwijl de massa strandbedjes telt aan de costa, trekken echte avonturiers naar de Pyreneeën of de Sierra de Gredos.
Daar vind je rotsen waar je vingers op zoek gaan naar grip, paden waar je kuiten zich in vastbijten en nachten onder de sterren waarin je beseft dat avontuur altijd dichterbij is dan je dacht.
8. Italië – Dolomieten boven Disneyland
Ja, Italië heeft Rome. En Florence. En Venetië. Maar vergeet die hitte, drukte en gelato-drama. De Dolomieten zijn waar Italië zijn ruggengraat toont – scherp, grillig en trots.
Met zijn via ferrata-routes, steile wanden en bergdorpjes waar je ’s avonds een bord pasta eet dat smaakt alsof het voor jou alleen is gekookt, is dit hét alternatief voor wie Amerika’s nationale parken mist.
9. Frankrijk – Meer dan wijn en wielrennen
Je denkt Frankrijk, je denkt wijn. Of de Tour. Maar Frankrijk is ook de Vercors, de Cévennes, de Ecrins – regio’s waar je dagenlang kunt wandelen zonder iemand tegen te komen behalve een verdwaalde gems of herder.
Of pak de kajak op de Ardèche en laat de kloven je richting bepalen. Frankrijk is op z’n best wanneer je het zelf ontdekt, ver weg van de clichés.
10. Zweden – Waar stilte geen leegte is
Zweden is geen land, het is een toestand. Van rust. Van ruimte. Van meren waar de mist langzaam optrekt en bossen waarin je het idee krijgt dat je voor het eerst weer ademhaalt.
Ga hiken in Värmland, kanoën in Dalsland of gewoon verdwalen in een hut zonder wifi. Zweden is het tegengif voor alles wat vakantie druk, commercieel en vermoeiend maakt.
Europa, de nieuwe overkant
Wie zegt dat je naar de andere kant van de oceaan moet voor avontuur, heeft zijn eigen achtertuin nog niet goed bekeken. Europa is geen compromis. Het is een continent vol contrast, karakter en avontuur – als je tenminste bereid bent je ogen open te doen en je voeten vuil te maken.
Laat Amerika deze zomer even zichzelf uitzoeken. Wij gaan op pad.