Er was een lange tijd van voorbereidingen aan vooraf gegaan en nu moest het er maar van komen, de Tour du Mont Blanc in Frankrijk. Een tocht van 170 km in hooggebergte met 10.000 hoogte meters, met gemiddelde duur van 8 a 10 dagen.
De laatste week voor mijn start van de Tour du Mont Blanc werd de rugzak een aantal keer in en uitgepakt in de hoop zo niets te vergeten maar ook zeker niets teveel mee te nemen. Met als resultaat een basisuitrusting van 5.5 kg en een totaal gewicht van 10 kg waarmee ik de tocht uiteindelijk zal starten.
Ik merkte dat ik lichtelijk gespannen, onrustig was en dat het vertrek naar Frankrijk wel iets met mij deed. Maar ik probeerde het niet te laten zien en ik deed net als of ik alles onder controle had. Tijdens het wachten op het perron in Rotterdam ontmoette ik een gelijkgestemde en zij heette Robin. We raakten aan de praat en wisselden ervaringen uit. Robin vertelde dat zij ook richting Chamonix zou gaan.
En dan de busreis
De voorstelling die ik had over de busreis en zijn reizigers was in werkelijkheid anders. Ik dacht namelijk dat er veelal gelijkgestemde, mensen met een soortgelijk doel, in de bus zouden zitten maar niets was minder waar. Het is een goedkope manier van reizen en dat trekt ook een bepaalde doelgroep aan. Er waren meerdere momenten tijdens de busreis dat ik het graag anders had gedaan. Zo waren er onaangename luchtjes en te krappe stoelen.
Bij de eerste tussenstop in Antwerpen kwamen er mensen bij. Tot hier had ik het voor elkaar gekregen om alleen te zitten. Nou… dat was nu over. Er kwam een nogal corpulente, vermoedelijke Pakistaanse man, naast mij zitten. Later bleek de man zweet en slaapproblemen te hebben. Op een gegeven moment was ik de man kwijt en bleek hij languit in het gangpad te liggen. In de stoelen voor mij zaten een man en een vrouw, vermoedelijk Italianen. Kennelijk waren zij een stel want ze konden niet van elkaar afblijven.
Zij zaten continu aan elkaar om vervolgens ongestoord hard te lachen. Als dat al niet genoeg was zat de man ook nog zichtbaar op een kauwgom te kauwen alsof zijn leven ervan af hing en iedere minuut zijn stoel te verzetten.
De stoel achter mij zat een “stoere” donkere jongeman, vermoedelijk uit Curaçao. Deze jonge zat constant te bellen en hardop te praten in zijn eigen taal met al zijn “dushi `s.” Verder was hij asociaal en onbeleefd. Hij zat languit op twee plekken en toen er een man vroeg of de stoel vrij was zei hij “ er zijn toch nog meer stoelen vrij, moet je per se naast mij zitten.” Kortom ik heb erg genoten van mijn “nieuwe vrienden.” Bedankt voor de fijne reis en dankzij jullie bijdrage is het sneller voorbij gegaan dan verwacht.
Chamonix
In Chamonix aangekomen namen Robin en ik afscheid, zij zou een andere route gaan lopen en wellicht dat wij elkaar later die week nog ontmoeten. Ik nam de bus richting Les Houches en daar ging mijn tocht beginnen.
Het was erg warm en de lullige 10 kg op mijn rug bleek tegen te vallen. Of was het terrein gewoon zwaar en was ik vergeten dat de Alpen anders waren dan de Belgische Ardennen. Misschien ging ik wel iets te hard op de eerste dag, zo direct na de vermoeiende busreis. Bij de eerste stijging verzuurde mijn benen en daar zou ik waarschijnlijk de rest van de tocht last van blijven houden. Ik had die dag 8,5 uur gelopen en maakte mijn 1e bivakplaats nabij de Refuge de la Croix. Toen ik op de kaart keek zag ik dat ik een behoorlijke afstand had afgelegd.
Hier belde ik mijn vrouw om te zeggen dat alles goed was gegaan en dat ik een mooi plekje had gevonden. Verder nam ik wat foto`s en zorgde ik voor mijzelf door voeding en drinken tot mij te nemen. Later die avond kwam er een ouder stel niet heel ver bij mij vandaan staan. Het viel mij op dat zij aardig op elkaar ingewerkt waren want de tent opzetten was een koud kunstje. Ook zag ik dat zij zichzelf direct verzorgden en de boel organiseerden. Het leek wel een geoliede machine.
Na een goede nacht te hebben gehad was ik weer vroeg uit mijn slaapzak en stond ik om 06:30 uur al weer klaar om te gaan. Nou ja…goede nacht! Ik merkte als ik een opdracht heb of in ieder geval één die ik mijzelf heb opgelegd, dat ik onrustig slaap, “soort hazenslaapjes.” Dit zal later goed merkbaar worden als de tocht voorbij is en ik ontspannen op een camping zit. Voldaan en denkend aan de herinneringen.
Richting La Chapieux
Ik zag dat mijn buurtjes al wakker waren maar het opstarten ging beduidend minder snel als de aankomst. We groeten elkaar waarna ik afdaalde richting La Chapieux. Er waren namelijk twee route mogelijkheden voor deze dag. De klassieke route en een variant hierop. Ik had besloten de klassieke route te nemen want dat was een afdaling. Aangezien ik de eerste dag al aardig diep was gegaan zou ik wellicht liever dalen dan stijgen. Hier zou ik later spijt van krijgen want de afdaling was steil, saai en lang. Dat vonden mijn benen ook niet leuk.
Aangekomen in het dal had ik spijt van mijn keuze maar dat is het mooie van “solo” op pad zijn. Ik kon niemand anders de schuld geven dan mijzelf. Nadat ik had besloten mijn teleurstelling te slikken kwam er een wagen aanrijden met twee oudere bergsporters. Zij stopten en vroegen waar de reis naartoe ging. Ik vertelde in mijn slechte Engels, Frans en Italiaans dat ik richting Col de Seigne wilde. Zij lachten en corrigeerden mij. Natuurlijk sprak ik het helemaal verkeerd uit maar uiteindelijk begrepen zij wat ik bedoelde. Het bleek een goede beslissing na een rit van 15 minuten over een saaie asfaltweg stapte ik uit bij het knooppunt waar de korte variant route ook uitkwam. Oké een nieuwe start nu even over de Col de Seigne heen bikkelen. Dat liep anders het werd een stevige klim van ongeveer 3,5 uur. Maar het was de moeite waard. Dit was waarschijnlijk het mooiste stuk van de tour.
Nabij Refuge Bertone
Mijn 2e bivakplaats was op een col nabij Refuge Bertone op zo’n 2000 meter hoogte. Onderweg hier naartoe liep ik voorbij een waterpunt, een houten bak waar bergwater in stroomt. Ik besloot nog even water bij te tappen voordat ik verder zou gaan. Ik zag twee mensen bij een huisje staan en vroeg hen of zij nog een mooie bivakplaats wisten. Maar hier wisten zij geen antwoord op te geven. Zij vertelde wel dat ik wellicht tegen betaling zou kunnen douchen. Waarop ik dacht, kennelijk willen zij mij iets duidelijk maken. Ik zei dat dat niet nodig was en lachend namen wij afscheid.
Wat op het eerste gezicht een prachtige bivakplaats leek te zijn bleek later een ware hel! In de avond rond 2100 uur ging het zo hard waaien dat ik de halve nacht druk ben geweest met het vasthouden van mijn tent. In de hoop dat deze niet weg zou waaien. Terwijl ik druk was met mijn tent was iemand anders om 0100 uur `s nachts nog bezig met een bivakplaats zoeken. Vermoedelijk had hij pas een nieuwe lamp want deze was zo fel dat hij mij verblindde door het tentdoek heen.
Mijn geluk kon kennelijk niet op want toen ik eindelijk sliep werd ik wakker gemaakt door een stier. Ik zag dat het enorme dier nog geen 2 meter bij mijn tent vandaan stond. Op mijn handgebaren reageerde hij niet en kwam nog dichterbij. Ineens hoorde ik achter mijn tent voetstappen. Het bleek een boer te zijn. Hij maakte een hoop herrie en liep te zwaaien met zijn armen. Hierop reageerde de stier gelukkig wel, blijkbaar had de boer meer overwicht.
Stevige klimmen
Het zou een pittige dag worden met behoorlijk wat stevige klimmen. Ik was nog nooit in Italië geweest maar ik denk dat dit wel het mooiste gedeelte van de tour geweest moest zijn. De route liep voor een groot gedeelte langs het indrukkwekkende Mont BLanc massief. Het was een liefelijk slingerpaadje met prachtige vergezichten. De route ging verder over de Grand Col Ferret. Deze col is de grens met Zwitserland.
Uiteindelijk ben ik neer gestreken op een camping. Ik besloot niet verder te zoeken naar een geschikte bivakplek maar na een slechte nacht een beetje luxe te doen.
Bij aankomst vroeg ik aan campinggasten hoe het hier werkte. Zij vertelde dat ik moest wachten omdat de receptie om 17:00 uur openging. Ik zag dat het drukker werd en het was pas 16:00 uur. Ik besloot de eigenaar op te zoeken en met succes. Zij bleek Nederlands te spreken en zei dat ik mijn tentje ergens neer mocht zetten en dat ik later mocht terugkomen om mijn plekje door te geven.
Later bij de receptie ontmoette ik een Nederlandse man van 76 jaar oud. Hij vertelde samen met zijn wandelmaat te zijn en dat hij later deze week alleen verder zou gaan. Hij zou een aantal beklimmingen gaan doen onder begeleiding van een gids. Ik vroeg hem of dat niet erg duur was. Hij antwoordde: “ja, maar ik heb het er graag voor over. Dit is nog de enige manier om het op een veilige manier te doen.”
Later die avond spraken wij elkaar nogmaals. Hij vertelde dat er in de loop der jaren wel iets was veranderd. Hij bleef vol bewondering vragen naar mijn materialen; “wat is dat, hoe zwaar is dat dan, het is zeker wel duur allemaal?”
Hij vertelde niet veel investeringen meer te doen en dat hij tevreden moest zijn met de spullen die hij had. Ik vertelde dat ik dat begreep en dat ik ervoor zou tekenen op zijn leeftijd nog lekker actief te kunnen zijn. We namen afscheid en wenste elkaar een fijne tijd.
Ik was als eerste wakker op de camping, tenminste dat dacht ik. Toen ik uit de tent kroop zag ik dat mijn buurvrouw van een paar tenten verderop ook al wakker was. Waarop ik dacht: ”wat ben jij vroeg, jij bent ook niet wijs.” En zij zal hetzelfde over mij hebben gedacht. Ik brak mijn tent in hoog tempo af om vervolgens bij het toiletgebouw te ontbijten. Dit deed omdat ik dan gelijk mijn powerbank, die mijn telefoon en camera moesten voorzien van stroom, kon opladen.
De eerst volgende bezoeker van het toilet vond dat blijkbaar maar raar. Vanwege het tijdstip had hij zijn ogen nog half dicht maar aan zijn gezichtsuitdrukking te zien was hij verbaasd.
Gelukkig begon de dag vlak en eenvoudig zodat mijn spieren rustig warm konden worden. Na een lange tocht kwam ik aan bij een klein plaatsje genaamd Le Peuty. Het plaatsje ligt voor de Col du Balme. Het werd bewolkt en het begon zelfs te regenen met af en toe onweer. Ik was voornemens voor de col een bivakplaats te zoeken maar niets voldeed aan mijn eisen. Daarom besloot ik door te gaan en de col te beklimmen. In de hoop dat er na de col iets geschikt op mijn route zou komen. Inmiddels was het al 18:00 uur en het bleek een zware stijging van weer zo’n 800 hoogtemeters te zijn.
Toen ik de col afkwam zag ik een aantal stenen hutten staan die naar wat later bleek door moesten gaan als overnachting hut. Er kwam een man uit de hut lopen en ik vertelde hem dat ik al een tijdje onderweg was. Ik vroeg hem of er in de buurt een bivakplaats was en of er drinken bij de hut verkocht werd. Waarop de man vragend keek en antwoorde dat hij dat niet wist. Hij begreep overigens wel dat ik na zo’n lange tocht trek had in een drankje. Dat werd mij duidelijk aan de hand van zijn reactie en zijn gezichtsuitdrukking. Later zal blijken waarom.
De man stelde zich later voor als Pierre en was uiterst vriendelijk en geïnteresseerd in mijn verhaal. Ik besloot niet ver weg van de hutten mijn bivakplaats te maken en terug te komen voor een biertje. Nadat het hele gezelschap wat in de hutten verbleef had gegeten raakten ik wederom met hen in gesprek. Ik sprak Pierre over zijn blaren en hij vroeg om advies. Terwijl ik met hem sprak en hij zijn blaar liet zien, die overigens zijn hele hiel in beslag nam, stonden er ineens allemaal vermeende artsen om hem heen. Zoals hij dat zelf omschreef in slecht Engels. Ik besloot afstand te nemen en wenste hem veel succes komende 6 dagen.
Wederom lag ik licht te slapen toen ik wakker werd gemaakt door voetstappen, niet van een persoon, maar van een dier. Toen ik een aantal keer op de tent sloeg om het dier weg te jagen kreeg ik niet het gewenste resultaat. Het wegrennend, geschrokken dier effect zeg maar. Ik hoorde dat het dier nog steeds rond mijn tent sloop. Wat was hij van plan? Waar was hij naar op zoek? Wat was hij?
Mijn buitentent die mij beschermde tegen de regen kon om bouwtechnische redenen niet helemaal worden afgesloten. Ineens lag ik daar oog in oog met een vos. Hij was zo brutaal geweest om met zijn hoofd mijn buitentent binnen te gaan. Hij liet zich niet wegjagen door “boe geroep of kssst.. geluiden. “ Ook toen ik met mijn hoofdlamp in zijn ogen scheen bleef hij rustig staan. Ik dacht……., gaan we nu een staarwedstrijd houden of wat? Op een gegeven moment had hij er genoeg van en draaide zich rustig om en liep weg.
Later die nacht herhaalde de staarwedstrijd zich en naar mijn mening bleef het bij een gelijke stand.
De laatste etappe
Vandaag stond in het teken van de laatste etappe. De route ging richting Col du Brevent. Op een parkeerplaats net voordat de klim zou gaan beginnen was het bijzonder druk gezien het tijdstip. Tijdens de klim werd het mij duidelijk. Ik zag dat mannen en vrouwen met startnummers op hun shirt gespeld naar beneden kwamen rennen. Er was kennelijk een wedstrijd bezig en de kopgroep was zojuist voorbij gegaan. Ik sprak een fotograaf aan, die vertelde dat het weekend in het teken stond van de Mont Blanc Marathon. Die dag omstreeks 04:00 uur in de ochtend was de 80km van start gegaan vertelde hij. Ook vertelde hij met een lach…”good luck with your journey, you’re not alone on the mountain today!”
Het hinderde mij niet, ik heb ontzettend veel respect voor deze atleten. Vol bewondering keek ik naar de deelnemers die met een bloedgang naar beneden rende. Iedere keer als er een gat viel kon ik deze benutten en weer een stuk stijgen.
Op een gegeven moment werd ik aangesproken door een vrouwelijke deelneemster. Zij vroeg mij of ik Engels sprak en of ik naar haar neus wilde kijken. Toen ik naar haar gezicht keek werd het mij duidelijk waarom, haar gezicht zat volledig onder het bloed.
Ze vroeg mij; ” is mijn neus gebroken? ” Ik zag dat haar neus recht stond en dat het wel meeviel. Ik vertelde haar dat ze een beetje uit haar neus bloedde en dat ze een snee in haar lip had. Ze knikte en bedankte mij en ging er weer als een raket vandoor.
De dag zou verder nog een aantal zware stijgingen hebben en de kilometers van de afgelopen dagen gingen nu wel zijn tol eisen. Nog even doorbijten dacht ik en dan zit het erop. Van te voren had ik gedacht dat ik er ongeveer 6 a 7 dagen over zou doen, dan zou ik super tevreden zijn en ook dan zou ik behoorlijk vlot gelopen hebben.
Het resultaat bleek anders. Ik had er namelijk 5 dagen (51 uur actief) voor nodig gehad om deze prachtige tocht te volbrengen. Was ik te snel gegaan? Had ik wel genoeg van mijn avontuur genoten? Ja……., lastig, ik heb het op mijn manier gedaan en ik heb de dagen benut. Als ik er nu op terugkijk was het een prachtige ervaring. Een ervaring die ik iedere bergsportliefhebbers gun. Het is een route die veel belopen wordt en goed aangegeven staat. Met de juiste boekjes en kaarten is het op een enkele passage na een eenvoudige tour. Uiteraard is dit mede afhankelijk van welke periode je de tour gaat lopen.